Fred her-ontwierp en verbouwde een oude teakhouten reddingssloep van een oud vrachtschip. Een deel van zijn verhaal staat op: https://www.sloep.org/verhalen/169-sloep-theodorus-van-ms-batu-van-smn. Geen nieuwbouw maar wel een mirakels mooie sloep!
De Theodorus van Fred Licht is, na vele jaren verbouwen en restaureren een mooi voorbeeld van een geslaagde sloep-verbouwing.
De naamgever Theo was materiaalcommissaris van Gyas, de Algemene Groninger Studenten Roeivereniging. We zijn de Theodorus gaan aanpakken en lieten ons niet gauw van de wijs brengen. Daarnaast was Theo slagroeier van de toen befaamde lichté acht. Nadat ik lid was geworden bevond ik me als bootjesmens vanzelfsprekend al gauw in de materiaalwerk plaats. In die tijd was Theo de ‘boten baas’. We droomden van groot water …
Een paar jaar later werden we, op zoek naar een mooie overnaadse roeisloep, geconfronteerd met een prachtig gaaf model. Maar ja, het was in de studententijd en voldoende geld op tafel leggen voor de aanschaf bleek een moeilijk punt. Hoe het zo gekomen is, weet ik niet meer, maar het draaide erop uit dat Theo meedeed in lening om haar te kunnen kopen. De naam van de sloep kon niet anders dan Theodorus worden.
Je moet weten dat het een heel fraai model was, zowel voor als achter een gematigd hellende steven en geheel gebouwd van teakhout. Met goedkeuring van de ‘botenman’ van de roeivereniging. Volgens het bronzen plaatje, achteraan stuurboord op de balkweger, afkomstig van de Sloep- en Bootbouwerij Kerstholt, nr. 4009. Oorspronkelijk bedoeld als roeireddingsboot nr. 4, op het ‘poopdek’ van het koopvaardijschip Batu.
De koop kwam tot stand op zaterdag 6 september 1975. Wat erop neerkomt dat ik de boot nu al dertig jaar in bezit heb. Na een grondige opknapbeurt op een boerderij op de grens van de stad Groningen ging ze te water.
Naamgever Theo hvoor de uiteindelijke doop een emmertje Oosterseheldewater meegenomen en aangevuld met een flinke plens Waddenzee werd Theodorus gedoopt. In die tijd kon je nog de kraanwagen van de brandweer voor dit soort dingen huren en dus werd de boot vlakbij de boerderij in het Boterdiep gezet. Theo smeet als doop vooraf de hele emmer vakkundig tegen de boeg, zoals dat hoort aan bakboord. Zo begon de Theodorus aan haar volgende leven.
Na een drietal jaren varen op de Wadden als open sloep belandde de Theodorus weer op dezelfde boerderij waar ze opgeknapt was. ln die tussenliggende tijd bleek hoe sterk ze was en dat haar gedrag in de zeegaten aan de verwachtingen voldeed.
Ik heb destijds Theodorus drie jaar als zeilsloep gevaren met een jonktuig. De mast was een mooi verjongde aluminium lantaarnpaal met een flinke pitchpine voet erin geslagen. Toen al bleek dat de sloep op de Wadden lekker liep.
De drang naar groter water en het plezier in het varen op de Waddenzee maakten de bouw van een kajuit noodzakelijk. En dan maar tegelijkertijd een fraai zeiltuig, een interieur, een goede kiel, een zelflozende kuip en alles waarmee een sloep een jacht kon worden. Ik sloopte al het binnenwerk; de binnenkiel, dwarsbanken, ook alle zware stalen constructies voor het hangen in de davits uit deze sloep. Het werd een langdurig project. Ergonomie, gebruiksgemak, goede vaareigenschappen en een onverwoestbare constructie zijn nog niet zo makkelijk te combineren. Ze is totaal veranderd uit die Groningse schuur gekomen, na twintigjaar geduldig denken, tekenen, rekenen en ook nog eens bouwen.
In 1998 werd Theodorus met veel vlagvertoon opnieuw te water gelaten. Ook deze keer op een plek nog geen 500 meter verwijderd van de plaats waar ze ooit gebouwd werd. Sindsdien vaart ze met toenemend plezier op de Oostelijke Wadden en het Lauwersmeer. Wie vandaag in de buurt van Lauwersoog dit bijzondere, geel geverfde schip ziet varen, zal niet een twee drie vermoeden dat er een moderne diepstekende kiel onder zit. Ze vaart en manoeuvreert voortreffelijk, met een pink te sturen onder alle omstandigheden. Zin in zeilen heeft ze zeker, ze is lekker snel en beweegt zich prachtig in de golven.